Onbezoldigd bedrijfsleider

Auteursrechten mogelijk voor 'onbezoldigd' bedrijfsleider

Ook in het geval van een bedrijfsleider die zijn functie uitoefent via een management-vennootschap is dit mogelijk.
De Rulingcommissie volgt steeds dezelfde procedure: ze kijkt hoe hoog de netto-omzet is uit de exploitatie van het door de bedrijfsleider gecreëerde auteursrechtelijk werk en bepaalt vervolgens het percentage in de vorm van een vergoeding voor overdracht van dat werk. Vaak ligt dit rond de 12,5%. Indien verschillende bedrijfsleiders hebben samengewerkt aan het auteursrechtelijk werk zal deze vergoeding dienen verdeeld te worden naargelang de inspanning van elkeen. In de meeste rulings wordt bij een percentage van 12,5% geëist dat het corresponderende bedrag niet hoger mag zijn dan 50% van het resultaat van het boekjaar voor belasting en voor aanrekening van de vergoeding van auteursrechten. Indien dit niet het geval is kan de vergoeding maximaal 5% zijn van de netto-omzet.

De Rulingcommissie gaat er doorgaans ook van uit dat de bedrijfsleider een normale vergoeding ontvangt van de vennootschap (aanslagjaar 2019: 45.000 EUR).

Onbezoldigd zaakvoerder
In een voorafgaande beslissing inzake een ‘onbezoldigde zaakvoerder’ heeft de Rulingcommissie dezelfde benadering gevolgd. De rulingaanvrager was een zaakvoerder met een onbezoldigd mandaat. De Rulingcommissie zag dit niet als een breekpunt. De commissie aanvaardt dat het aantrekkelijk taxatiestelsel inzake auteursrechten ook van toepassing is op zaakvoerders die geen of minder dan de referentie-vergoeding van 45.000 EUR van hun vennootschap ontvangen. Logischerwijze mag deze vergoeding niet hoger zijn dan 5% van de netto-omzet.